Kindje in mijn hart
Mariska |
Heb je daar nog last van?
Een messteek in je rug en een klap in je gezicht. Verbouwereerd trok ze zich terug op het toilet waar ze een flink potje heeft zitten janken. Woest was ze maar ook in en in verdrietig, zo vertelde een bondgenoot mij.
Ongewenst kinderloos zijn is een verborgen pijn. Een verdriet, een gemis en een leegte die nooit over gaat. Nooit. Vergelijk het met het verliezen van een dierbare, dat verdriet en gemis gaat ook nooit over. Hij of zij zit in je hart, hoe oud of jong iemand ook is geworden. Na het overlijden ben je in diepe rouw maar naar mate de tijd verstrijkt kun je het gemis langzaam en voorzichtig steeds beter dragen. Verdwijnen doet het nooit. Dat hoeft ook helemaal niet. Dat wil je ook helemaal niet. In je hart draag je hem of haar altijd met je mee.
Zo is het ook met ongewenst kinderloos zijn. Ik heb dan wel geen fysiek kindje gekregen, in mijn hart groeit wel degelijk een kindje op. In mijn geval is dat er één. Niet omdat ik niet meer kindjes hoopte te krijgen, heel graag zelfs, maar maar één mensje heeft in mijn gedachte vorm gekregen.
Heel lang geleden is mijn kindje geboren. Misschien al toen ik een klein meisje was en ervan droomde om ooit moeder te worden. Naar mate die wens concreter werd, kreeg ook mijn kindje meer vorm.
In gedachte groeit ze in mijn buik.
In gedachte heeft ze een naam.
In gedachte is ze geboren.
In gedachte zie ik haar voor me.
In gedachte hou ik haar dicht tegen me aan.
In gedachte kan ik haar ruiken.
In gedachte mag ik haar voeden.
In gedachte hoor ik haar eerste woordjes.
In gedachte leg ik haar in haar bedje.
In gedachte lees ik haar een boekje voor.
In gedachte zing ik haar in slaap.
In gedachte leer ik haar fietsen.
In gedachte breng ik haar voor het eerst naar school.
In gedachte gaan we naar zwemles.
In gedachte bakken we samen koekjes.
In gedachte sta ik aan de bakrand van de paardrijles.
In gedachte zwaai ik haar uit naar de middelbare school.
In gedachte gaan we door de puberteit.
In gedachte haalt ze haar diploma.
In gedachte gaat ze naar feestjes met vriendinnen.
In gedachte krijgt ze haar eerste vriendje of vriendinnetje.
In gedachte haalt ze haar rijbewijs.
In gedachte verlaat ze het huis.
In gedachte gaat ze misschien wel samenwonen of trouwen.
In gedachte krijgt zij een dochter en word ik oma.
In gedachte pas ik dan op.
In gedachte vieren we samen Sinterklaas en Kerst.
In gedachte proosten we samen op een nieuw jaar.
In gedachte ben ik ongelofelijk trots op mijn dochter.
In gedachte draag ik haar altijd in mijn hart.
In gedachte…
Altijd in gedachte… ?
Liefs,
Mariska
Zelfs als je grootste droom onmogelijk blijkt te zijn, is er nog zoveel mogelijk!